zondag 25 augustus 2013

Moab

Omdat het ook in Moab erg warm is, kiezen we ervoor om hier niet te gaan kamperen. We vinden een motel gelegen aan de Mainstreet. Als we ’s avonds uit eten gaan horen we square dance muziek. Op het pleintje naast ons hotel wordt er gedanst.  We blijven even kijken. Een zogenaamde Caller geeft aan wat de dansparen moeten doen “Turn to the right” en dat soort aanwijzingen. 

Vanuit Moab bezoeken we Canyonlands en Arches. Het is hier begin juni al erg heet en we hebben veel last van muggen. In Canyonlands doen we weer een rangerwandeling. De ranger vertelt onder andere dat Butch Cassidy en de Sundance Kid in Canyonsland hun toevlucht zochten. Gezien zijn leeftijd zou ik niet verbaasd zijn als de ranger de heren persoonlijk gekend heeft.
We lopen in Canyonsland één kleine wandeling  (naar de Mesa Arch) en we bekijken wat uitzichtpunten. Op de terugweg bezoeken we ook nog even het Dead Horse Point State Park.



Mesa Arch

uitzicht vanaf het Dead Horse Point

idem

Ook in Arches doen we wat wandelingen, maar blijkbaar was onze voorbereiding niet geweldig want we hebben de Delicate Arch gemist.





Als we van Arches naar Moab terug rijden zien we aan de kant een billboard van McDonalds staan. ‘Visit Moab’s Other Arches’ staat er op, verwijzend naar hun logo. We doen het niet maar eten ergens in een restaurantje aan de mainstreet.


Van Moab naar Yellowstone

Van Moab rijden we naar het Grand Teton National Park. Volgens Google Maps is dat een afstand van meer dan 500 mijl, dus dat doen we niet in één dag. Google Maps bestond overigens in 1991 nog niet, net zo min als Tom Tom. Maar met de wegenkaarten van de AAA kunnen we ons prima redden, zowel toen als nu.
In Moab nemen we de SR 128. Dat is een prachtige weg langs de Colorado. Op de AAA-kaart staan er dan ook groene stippeltjes naast de weg, een teken dat de weg scenic is. (In zijn algemeenheid: die groene stippeltjes heb je niet op Google Maps; dus plan je route niet alleen met Google Maps maar ook met hulp van een kaart).

De Coloradao langs de SR 128

Vervolgens rijden we naar het Dinosaur National Monument. Het bestaat uit een natuurgedeelte, wat we niet bezoeken, en een opgravingsgebied, de Quarry (de groeve). Rondom een deel van de opgraving is een gebouw neergezet. In de wanden van de rots zie je de beenderen van dinosauriërs. Het lijkt wel een opslagplaats, zoveel zitten er. Achter glas zitten mensen te werken, bezig met het bestuderen van de fossielen. Ze moeten zich in hun glazen kantoortje wel goed bekeken voelen. Als ze klaar zijn, stoppen ze de beenderen weer terug op hun plek in de rots – er zitten meer dan 1500 botten in de wand - en gaan ze het volgende bot bestuderen. Ook staan er enkele skeletten tentoongesteld en lopen er rangers rond aan wie je vragen kan stellen. Het is een interessante tussenstop.
Daarna rijden we via de Flaming Gorge naar het noorden. 



Flaming Gorge

We overnachten in een motel in Green River, WY. Het adres hebben we uit de tourguide van de AAA. Daarin staan niet alleen per plaats adressen en korte beschrijvingen - inclusief prijsindicatie - van motels, maar sommige motels plaatsen er ook een advertentie in met een kortingsbon.
We eten bij een Chinees restaurant.

Als we de volgende morgen weg rijden, is Martin blijkbaar nog niet goed wakker want hij stuurt me de I80 East op, terwijl we echt naar het westen moeten. “Go West Young Man, Go West!” Gelukkig kunnen we al snel ergens een oprit af en op rijden (maar dan uiteraard de andere kant uit) en via de I80, de SR 30 en de SR 89 rijden we verder probleemloos naar Jackson.
Vlak voor Jackson rijden we een stukje langs de Snake River, waar volop geraft wordt. De rivier is er erg krachtig en we zien hoe de rubberen boten af en toe spectaculair de lucht in schieten. Dit is wel wat anders als ons rafttripje in Yosemite.

De Snake River

Van Jackson rijden we naar het Grand Teton NP. De camping bij Colter Bay blijkt al vol te zijn, maar er is nog wel een cabin beschikbaar. Dit blijkt een dubbele cabin te zijn, met 2 grote kamers, gescheiden door een badkamer. Hij is eigenlijk bedoeld voor grote families – wat we met zijn tweeën nou niet bepaald zijn – maar omdat alleen dit soort cabins nog beschikbaar is, krijgen we hem wel, en ook nog eens tegen een gereduceerd “klein familie” tarief, waardoor we niet veel duurder uit zijn dan dat we op de camping zouden hebben gestaan.

Dit is de helft van onze cabin
De volgende dag rijden we naar Jenny Lake en lopen daar naar Hidden Falls. Het is een prachtige wandeling. Onderweg zien we een bever.

Jenny Lake

Een beetje verstopt op deze foto: de Hidden Falls



Na de wandeling rijden we door naar Yellowstone

Yellowstone NP

In Yellowstone staan we 7 nachten op de Bridge Bay camping. We hadden aanvankelijk voor vijf dagen gereserveerd maar we vinden het zo’n mooi park dat we na die vijf dagen er ter plekke nog twee dagen aan vast knoopten. Dat was geen probleem.

Als we ons op Bridge Bay, een grote camping vlakbij Lake Yellowstone melden, krijgen we een plekje toegewezen in het bosgedeelte van de camping. Terwijl we ons tentje opzetten raken we in gesprek met onze buren, een Amerikaans gezin. De vader begint vol enthousiasme te vertellen over zijn auto die allerlei mooie snufjes heeft. Als hij even stil valt wijst zijn jongste zoontje naar een sticker op de bumper en zegt: “If you look at the sticker on the bumper you can see the car is rented.”  Hij krijgt een vernietigende blik van zijn vader.

Er staan veel Amerikanen op de camping. Eén familie heeft zelfs zijn eigen berenbox meegenomen.


Wij stoppen al onze etenswaren en andere zaken die naar eten ruiken in een berenbox die bij ons campingplekje hoort. Als we de eerste nacht in ons tentje liggen, hebben we het idee dat er allerlei dieren om ons tentje heen lopen. Martin, de held, kijkt één keer maar ziet niets.
Het idee dat er 's nachts dieren rondgelopen hebben blijkt niet zo'n gekke gedachte te zijn, want als we de volgende dag na een uitstapje weer de camping op rijden, krijgen we te horen dat een aantal beren ons deel van de camping heeft uitgekozen om zich een weg naar het meer te banen. We krijgen een briefje mee: 
Due to bear activity all campsites in H and I loops have been closed. Because of this closure you have assigned a new campsite in one of the lower loop’ staat er op. We moeten onze tent direct naar een ander deel van de camping verhuizen. We krijgen een plekje op loop D, op een grasveldje, toegewezen. “Your cooperation is appreciated’ Nou zeer zeker willen we meewerken! Als we bij onze tent komen, zien we dat het deel van de camping waar wij staan op onze tent, en één andere tent na, al helemaal verlaten is. De mensen van de andere tent zijn net bezig om hun spullen in te pakken. Ze hebben een koepeltent. Ze tillen hem in zijn geheel op, zetten hem op de auto en rijden weg. Nu staan we er helemaal alleen. Zo snel we kunnen, breken we ons tentje af. Wat heeft zo’n tent toch veel haringen! Maar gelukkig zijn er geen beren die ons storen tijdens deze werkzaamheden en even later staat ons tentje op het grasveld van loop D.


Overigens is dit deel van de camping ook niet helemaal beestenvrij. ‘s Avonds zitten wij ons eten te koken als er opeens een grote bizon aan komt lopen. Martin denkt gevat te zijn door tegen onze Amerikaanse buurman te zeggen: “Guess, who is coming to dinner?” maar de buurman is net wat gevatter en antwoordt: ” Guess, who is the dinner”. Gelukkig zijn bizons herbivoren en al grazende loopt hij voorbij.   


Vanuit Bridge Bay bezoeken we het hele park. We hebben een week, dus het is niet erg als we wat  tijd kwijt zijn met heen en weer reizen. Er zijn veel rangeractiviteiten en we zoeken bijna dagelijks een activiteit uit.

Bij Lake Yellowstone, even voorbij Fishing Bridge, lopen we met een ranger mee op een natuurwandeling door het bos en langs het meer. Aan het mos op de bomen kan je zien of de lucht gezond is vertelt de ranger. Als het mos lichtgroen is, dan zit er voldoende zuurstof in de lucht. Als het mos donkerbruin is, dan is de lucht vervuild. Het mos hier is lichtgroen. Bij het meer laat hij ons een paar centimeter in het zand graven. De aarde voelt er heel warm aan. De Magma laag zit hier minder dan 10 km diep onder de grond.
Ook geeft hij fototips die door veel mensen druk opgevolgd worden.



In de buurt van het Lower Geyser Basin doen we een off-trail wandeling met een ranger. Het is een wandeling waar we meerdere mudpots zien pruttelen. Een prachtig gezicht is dat. Het zijn net kleine modderspuwertjes.  Het leuke van dit soort rangerwandelingen is dat je in gebieden komt waar je anders niet zo snel komt. Bovendien hoor je veel interessante verhalen over het park.





De foto rechtsboven (het zijn de modderpotten van de linkerfoto maar dan van wat dichterbij genomen) bevat een opmerkelijke optische illusie. We ontdekken dat toevallig als we de foto in ons fotoalbum inplakken en de foto 180 graden gedraaid ligt. Opeens blijken de diepliggende modderpoelen er als heuveltjes boven de bodem uit te steken. Zie onder waar dit effect naast elkaar is gezet. Links de originele foto; Rechts dezelfde foto maar dan 180 graden gedraaid. 

  
Een andere wandeling die we doen is bij Lamar Valley. Ook deze is off-trail. We zijn met een klein groepje mensen. De ranger zegt dat hij naar een meertje verderop wil en verzoekt ons om hem te volgen. Vervolgens spurt hij er met hoge snelheid vandoor. Wij hollen er min of meer achter aan. Wat een tempo loopt die man. Wij sjokken helemaal achteraan. Na vijf minuten stopt hij gelukkig. “Ik  zie het al” zegt hij “niet iedereen kan dit tempo bijbenen. We laten het meertje maar zitten". Desondanks is het een leuke natuurwandeling. Hij vertelt hoe je in de natuur kan overleven. Een tip die ik nog weet is welke bladeren je als toiletpapier kan gebruiken en welke je er beter niet voor kan gebruiken.


Ook staan we een keer voor dag en dauw op om samen met een ranger wildlife te spotten bij de Dunraven pass.  Helaas – “was nog nooit gebeurd!” volgens de ranger – zien we helemaal niets.

We doen niet alleen rangerwandelingen. Zo bezoeken we zelf de Grand Canyon of the Yellowstone  met de twee watervallen, Tower Falls, de terrassen bij Mammoth Hot Springs en de diverse geisers bij Norris en bij Old Faithful.

 






Een prachtige geiser is de Great Fountain Geyser; deze barst om de 11-14 uur uit, en het tijdstip dat hij uitbarst is met de nodige marge redelijk voorspelbaar. We zitten vlak voor het verwachte tijdstip van uitbarsting een tijdje te wachten tot hij uitbarst maar dat is geen straf. Als het eenmaal zo ver is krijgt de geiser, als was het een toneelvoorstelling, een luid applaus van alle toeschouwers.



Ook bekijken we een aantal van de fraai gekleurde poelen zoals de Morning Glory Pool.


Iets anders in Yellowstone wat er wel is maar wat je niet kan zien de Continental Divide. Dat is een denkbeeldige lijn die Amerika in twee delen verdeelt en die grotendeels door de Rocky Mountains loopt. Al het regenwater dat aan de oostelijke kant van deze lijn valt stroomt uiteindelijk naar de Atlantische Oceaan toe, al het water dat ten westen van de lijn valt belandt in de Stille Oceaan.


Op weg van West Thumb naar de Old Faithful, zien we een klein meertje - Isa Lake - dat niet alleen precies op de Continental Divide ligt, maar ook nog eens twee wateruitlaten kent. Het water dat via de ene uitlaat het meertje uitstroomt belandt uiteindelijk via de Firehole River, de Madison, de Missouri en de Mississippi in de Golf van Mexico, het water dat via de andere uitlaat het meer uitloopt komt via de Lewis River, de Snake River en de Columbia River in de Stille Oceaan terecht. Als je per ongeluk je schoenen in het meertje weg laat drijven, kan het dus kunnen gebeuren dat je schoenen in twee verschillende oceanen belanden.

Beren zien we tijdens ons verblijf in Yellowstone helaas nauwelijks. Een opgezette beer in het Visitor Center en een paar stipjes in de verte bij de Hayden Valley, daarmee moeten we het doen. Bizons zien we er daarentegen te over. Bij de eerste bizon denken we nog “Wow!” maar na een tijdje vinden we ze al zo gewoon dat als er iemand voor ons op de weg stopt om een bizon aan de kant van de weg te bekijken we roepen: Nee hè, dat is gewoon een bizon hoor”.



Ook zien we de nodige herten en elanden. Op een gegeven moment rijden we voorbij een grasveldje waar een paard staat, althans dat zegt Martin. Als we even later er weer langs rijden, staat er opeens een hele menigte te kijken. We vragen wat er te zien is. Een eland zegt iemand. We kijken. Het is het paard van Martin, de natuurkenner.

Na een week besluiten we dat we toch maar weer eens verder moeten. Yellowstone is een prachtig park waar we zeker nog eens terugkomen

Glacier NP

Vanuit Yellowstone rijden we door naar Glacier National Park. Dat is een behoorlijk eind rijden, bijna 400 mijl. Glacier National Park ligt helemaal tegen de Canadese grens aan en vormt samen met het Canadese Waterton Park één groot park.
We doen er twee dagen over om er te komen. Onderweg is blijkbaar weinig te zien want de enige foto in ons fotoalbum van deze reis is een foto van een bord dat verwijst naar de plaatsnaam Amsterdam.

Amsterdam is dezelfde kant op als Belgrado; vanuit Amerika gezien klopt dat.
Onderweg overnachten we in een klein plaatsje met de naam Choteau. Als we in Glacier NP aankomen, kijken we verbijsterd rond. Er ligt nog sneeuw. Bij Saint Mary Lake is het nog wel redelijk groen maar hoe hoger je komt hoe meer sneeuw er ligt.



Het is juni, het is zomer. Hoezo ligt er nog sneeuw? Dat is een zware tegenvaller! We hadden gepland om hier een paar dagen met ons tentje te staan en dan allerlei wandelingen te maken, maar dit wordt dus niks.

Noodgedwongen nemen we onze toevlucht tot een motel in St Mary – het is veel te koud om te kamperen. De volgende dag rijden we via de Going to the Sun Road – eigenlijk meer de Going over the Snow Road - naar het westen. De weg is blijkbaar net sneeuwvrij gemaakt. Er ligt nog erg veel sneeuw aan de kant van de weg en het is erg mistig. Jammer van de uitzichten die hier erg mooi moeten zijn! Van wandelen komt ook niets terecht.




We stoppen nog even bij het visitor center bij de Logan Pass. Volgens ons gids, dr. Van Zuilen  - niet de man zelf maar de door hem geschreven reisgids - heb je hier in de zomer prachtig bloeiende alpenvelden. Ongetwijfeld, maar de bloemen zitten nu nog onder meters dikke sneeuw.

Logan Pass Visitor Center
Prachtig bloeiende alpenweiden

Aan de westkant van de pas blijkt ook sneeuw te liggen. Niet zo veel als aan de oostkant maar nog wel zodanig veel dat we er geen grote wandelingen kunnen doen. We houden het daarom bij een kleine wandeling door een stuk bos.


Volgens het tourbook van de AAA loopt er in Glacier NP veel wildlife rond loopt. Wij moeten het doen met dit hertje dat langs de kant van de weg loopt.


We besluiten het park de rug te keren. Daar hebben we nou twee dagen voor gereden. We rijden door naar de kust van Oregon. Ook dat is twee dagen rijden. We overnachten onderweg bij Coeur d’Alene en bij The Dallas in Oregon, naast de Hood River. Onderweg komen we ook nog door Moscow. Ja, ja, je komt soms in plaatsen die je van te voren niet hebt gepland.